Is het erg als je als leider ‘het even niet meer weet’?
Het traditionele beeld van ‘de leider’ is allesbehalve een twijfelaar. Onze ‘default’ als we een typische leider beschrijven, is iemand met een duidelijk, uitgesproken idee over waar het heen moet. Iemand die een visie heeft en die deze visie – ondanks allerlei weerstanden en hobbels op de weg – weet vast te houden en uiteindelijk ook te realiseren. Hij of zij voert de troepen aan en wijst de weg.
Maar is het echt zo erg als je als leider het af en toe eens even niet meer weet? De vraag is of het klassieke beeld van de typische leider nog wel houdbaar is. Sterker nog: of dit type leiders überhaupt wel effectief is? Ja, in een betrekkelijk eenvoudige, eendimensionale wereld. Maar nu? In al deze complexiteit, met vragen en problemen waarmee we nog niet eerder te maken hebben gehad en die elkaar ook nog eens razendsnel opvolgen? En er vaak geen eenvoudige en eenduidige antwoorden of oplossingen zijn? Nee dus, dit vraagt om iets anders!
Wat er op dit moment wel van leiders gevraagd wordt is een lenig brein en moed.
Allereerst ‘moed’: dit gaat om de moed om je kwetsbaar op te stellen, je comfortabel te voelen met het niet-weten en om te accepteren dat je anderen nodig hebt om een antwoord te formuleren op de uitdagingen die je als leider tegenkomt. Dit staat recht tegenover statusgevoeligheid, egotripperij, altijd het (eerste en) laatste woord willen hebben, competitiedrang.
Een ‘lenig brein’. Lammert Kamphuis – auteur van ‘Filosofie voor een weergaloos leven’ – noemt dit ‘perspectivistische lenigheid’. Dit is het vermogen om buiten je eigen kaders te denken, je eigen opvattingen eens kritisch tegen het licht te houden en het perspectief van de ander nieuwsgierig te verkennen. Al deze kwaliteiten zijn nodig om te dealen met de uitdagingen van nu. De implicatie is ook dat het vinden van oplossingen voor complexe vraagstukken, vraagt om het benutten van de denkkracht en inzichten van velen, van het team. En het liefst een divers team zodat vraagstukken vanuit meerdere perspectieven kunnen worden bekeken en opgelost.
Kortom, het vraagt lef van een CEO om zich kwetsbaar op te stellen, om te zeggen dat hij het niet weet, dat hij zich openlijk afvraagt of hij het wel goed ziet en om ‘naïeve’ vragen te stellen over ogenschijnlijke vanzelfsprekendheden. Ook is het een kwaliteit om een team samen te stellen van mensen met wie je je niet van nature comfortabel voelt, mensen met diverse achtergronden en ervaringen (en dus ook perspectieven) en die afwijkende meningen hebben. En waarin jij als leider (kritisch) wordt bevraagd.
Wil je meer weten over krachtig leiderschap? Bekijk hier wat wij te bieden hebben op het gebied van leiderschapsontwikkeling.